Foutcodes Teun & Katrien

Hieronder staan de foutcodes en wat je per code kunt doen. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.


F1 – Regenvertraging

De robot wacht vanwege regen.
➡ Geen actie nodig.


E1 – Robot buiten werkgebied

  1. Controleer of de robot zich in het werkgebied bevindt.

  2. Controleer of het laadstation goed is aangesloten op de oplader en de stroomvoorziening.

  3. Als alles goed zit, draai dan de grensdraden om bij het laadstation.


E2 – Geen grenssignaal

  1. Zet de robot uit en verplaats hem naar een plek zonder obstakels.

  2. Zet aan, druk op START > OK.

  3. Blijft de fout? Zet de robot uit, draai hem om en controleer of de wielen vrij kunnen draaien.

  4. Verwijder obstakels, zet de robot rechtop, zet hem aan en druk op START > OK.


E3 – Messenhouder geblokkeerd

  1. Zet de robot uit.

  2. Draai hem ondersteboven en controleer of iets de maaischijf blokkeert.

  3. Verwijder eventuele obstructies.

  4. Zet rechtop, verplaats naar kort gras of pas de maaihoogte aan.

  5. Zet aan, druk op START > OK.


E4 – Botssensoren geactiveerd

  1. Zet de robot uit en verplaats hem naar een plek zonder obstakels.

  2. Verwijder de zwevende deksel en controleer of de cilindrische magneet aanwezig is.

  3. Als er geen magneet is, vervang de zwevende deksel.

  4. Zet aan, druk op START > OK.


E5 – Til-sensor geactiveerd

  1. Zet de robot uit en verplaats hem naar vlakke, obstakelvrije ondergrond.

  2. Zet aan, druk op START > OK.

  3. Blijft de fout? Zet uit, draai de robot om en controleer of de voorwielen goed draaien.

  4. Verwijder obstakels, zet de robot rechtop, zet hem aan en druk op START > OK.


E6 – De kantelsensor is geactiveerd

  1. Zet de robot rechtop.

  2. Druk op START > OK.


E7 – Kantelsensoren zijn geactiveerd

  1. Zet de robot uit.

  2. Verplaats hem naar vlakke grond.

  3. Zet aan, druk op START > OK.


E8 – Robot laadt niet op

  1. Zorg dat de grenskabel aan beide kanten 1 meter recht loopt zonder hoeken of obstakels.

  2. Zet het laadstation op vlakke ondergrond, niet op een helling of gebogen oppervlak.

  3. Plaats de robot handmatig in het laadstation.

  4. Na opladen: START > OK.


BP – Bescherming accutemperatuur

  1. Wacht tot de temperatuur normaal is (boven 5°C, onder 45°C).

  2. Blijft de fout zichtbaar? Vervang de batterij.

  3. Komt dit vaker voor? Neem contact op met de klantenservice.


EE – Onbekende fout

  1. Herstart de robot.

  2. Druk op START > OK.

  3. Blijft de fout zichtbaar? Neem contact op met de klantenservice.


Blijft de foutmelding terugkomen of lukt het niet om het probleem op te lossen? Neem dan contact op met de klantenservice.